
Julio Llamazares – De rivier der vergetelheid
Spaanse titel El Río del olvido, 1990, vertaling Keimpe Reitsma 2024. Met proloog van de schrijver 2024. ISBN 978-90-820059-7-4, 224 pagina’s, € 22,50
BESPREKINGEN
Interview met Julio Llamazares door Aafke Jochems in Espanje!, oktober 2024 nummer

Tzum, Daan Pieters, recensie 10 augustus 2024:
Recensie: Julio Llamazares – De rivier der vergetelheid

Het vergeten Spanje
Vegamián, het geboortedorp van de Spaanse schrijver Julio Llamazares (1955), bestaat niet meer. Het is namelijk in 1969 verdwenen onder het water van een nieuw aangelegd stuwmeer. Ik kan me voorstellen dat dat voor hem een traumatische ervaring was. Wat er ook van zij, Llamazares focust in zijn werk sterk op zijn geboortestreek, die hij probeert te documenteren. Of althans, wat er nog van overblijft…
In 1981 ondernam Llamazares namelijk een reis langs de Curueño, een rivier van ongeveer veertig kilometer lang in het noordwesten van Spanje die door de provincie León stroomt. Bijna tien jaar later werkte hij de notities van die reis uit tot een boek, en pas dit jaar werd het in opdracht van de kleine uitgeverij Hoogteiling naar het Nederlands vertaald onder de titel De rivier der vergetelheid. Uitgever Hoogteiling heeft blijkbaar wel iets met Spanje: eerder gaf hij al een vertaling uit van Juan Goytisolo’s De contreien van Níjar, dat handelt over het Andalusië van de jaren vijftig. Maar terwijl de bevolking van die streek tegenwoordig flink is gegroeid – de populaire toeristenbestemming Níjar telt tegenwoordig ruim 25.000 vaste inwoners, naast een heleboel bezoekers – is Llamazares’ geboortestreek vrijwel volledig leeggelopen, zoals hij in zijn voorwoord schrijft:
Woonden er bijvoorbeeld in 1981 zo’n drieduizend mensen aan de oevers van de Curueño, nu zijn het er nauwelijks nog vijfhonderd en tegelijkertijd zijn hun bezigheden teruggelopen naar een minimumniveau. In de dorpen is bijna geen jeugd meer.
In veel van de dorpen die Llamazares begin jaren tachtig bezocht, woont nu dus letterlijk niemand meer. Het lijkt er dan ook op dat hij de restanten van dat uitstervende dorpsleven nog heeft willen registreren, samen met het veranderende landschap (‘Landschap is herinnering’). Hij heeft dat gedaan op het trage lokale tempo, te voet dus, en nam uitgebreid zijn tijd om te keuvelen met de ietwat excentrieke dorpelingen die nog uit een andere tijd leken te komen. Daarbij kwam ook het recente verleden van Spanje naar boven, met zijn verscheurende burgeroorlog. Llamazares ging zowel in gesprek met de gepensioneerde agent van de Guardia Civil die voortvluchtige republikeinen moest opsporen in de bergen, als met de oudgediende van het republikeinse leger die zich tien jaar lang verstopte in de schuur van zijn ouders voordat hij zich aangaf. Maar ook een verarmde edelman, een tachtigjarige die nooit zijn dorp heeft verlaten – waarom zou je ook? – een wolvenjager of een van de zeldzame lokale belhamels komen aan het woord. Met veel plezier vertellen ze hem lokale legenden en mythes die het levensbloed van de streek zijn.
Infrastructuurwerken konden de leegloop van de streek niet tegenhouden. Er werden weliswaar inspanningen gedaan om bijvoorbeeld het dorp Valdorria door middel van een weg te verbinden met de bewoonde wereld, maar dat was eigenlijk verspilde moeite:
Vandaag, 19 augustus 1981, om zes uur ’s middags, terwijl aan de andere kant van de berg arbeiders en wegwerkmachines van de staat zich inspannen om het te verenigen met de wereld en de beschaving, komt Valdorria op de reiziger over als een dorp dat veroordeeld is tot totale leegloop. Op twee of drie huizen na (…) ruikt het er muf en kruipt het onkruid langs de muren omhoog, wat het hele dorp een spookachtig aanzien verleent. Kapotte balken, deuren en ramen, verroeste grendels en sloten, een willekeurig neergekwakt bed, een bord op de deur dat de verkoop van een huis aankondigt dat niemand ooit nog zal kopen… (…) Alles in Valdorria, behalve de rotsen, lijkt al vervallen, afgesloten en vergeten.
Een beetje opzoekingswerk leert me dat Valdorria in 2014 officieel nog 17 inwoners telde. De kans is groot dat er nu echt niemand meer woont. Ondertussen kreunen andere streken van Spanje (Mallorca, Barcelona enzovoort) zo zwaar onder het massatoerisme en de overbevolking dat de plaatselijke bevolking op straat komt om te protesteren. Spanje worstelt al langer met dat probleem: de kustgebieden en grote steden worden steeds voller, het binnenland leger.
Kan je dit boek afdoen als streekliteratuur? In onze streken heeft dat woord een negatieve connotatie, maar in Spanje is het niet ongewoon dat zelfs voor hun tijd uitgesproken moderne schrijvers als Federico García Lorca sterk verknocht zijn aan hun geboortestreek en van daaruit heel universele literatuur produceren. De dorpse oerfiguren die Llamazares portretteert, doen bijvoorbeeld ook denken aan het werk van de Fransman Pierre Michon, die zich eindeloos kan laten inspireren door zijn geboortegrond. Zo gek is dat niet, want wie met de ogen van Llamazares zelfs een onooglijk, verlaten dorp als Valdorria in zich opneemt en beschrijft, laat een hele wereld opengaan voor zijn lezers.
Daan Pieters
Julio Llamazares – De rivier der vergetelheid. Uit het Spaans vertaald door Keimpe Reitsma. Uitgeverij A.A. Hoogteiling, Amsterdam. 224 blz. € 19,50.
Alles over boeken en schrijvers, 30 mei 2024
In POR FAVOR, jaargang 8, nr. 4, oktober 2024, p.48
LIBROS
REISNOVELLE
In de serie Les Bijoux Discrets worden nieuwe vertalingen van onderbelichte, of zelfs vergeten
Spaanse romans voor het voetlicht gebracht.
Zojuist verscheen in dit kader Julia Llamazares’ reisnovelle uit 1990 De rivier der vergetelheid,
mooi en secuur vertaald door Keimpe Reitsma. In ruim 200 makkelijk leesbare pagina’s reist de hoofdpersoon te voet langs de oevers van de rivier de Curueño , in een dunbevolkt, bergachtig gebied in het noorden van de regio Castilla y León, grenzend aan Asturias. De reiziger (duidelijk de schrijver zelf) komt oorspronkelijk uit deze streek, die hij dit keer bezoekt als nieuwsgierige buitenstaander. Er is zelfs een dorp dat Llamazares heet. Kleine gebeurtenissen – en soms een groot dorpsgeheim – komen op zijn pad tijdens zijn voetreis tegen de stroom van de rivier in. Op treffende wijze schetst de auteur het eenvoudige, vaak eenzame en harde bestaan op het Spaanse platteland, waar de ontvolking reeds in 1981
-het jaar waarin dit reisverhaal zich afspeelt-gestalte kreeg. De beschrijvingen van de landschappen nodigen uit eens in dit onherbergzame gebied te gaan kijken (en wandelen!), maar wat deze reisnovelle vooral boeiend maakt is de ontroerende, liefdevolle toon waarop de tocht beschreven wordt. Het is tevens een licht weemoedige reis terug in de tijd. In het voorbijgaan krijgt de lezer informatie over de Spaanse Burgeroorlog, de rudimentaire eet- en drinkgewoontes én de gastvrijheid in Spaanse dorpen, gehuchten en buurtschappen. Niet verbluffend, wel vertederend. En een aardig tijdsbeeld.:
AAH PERSBERICHT mei 2024
LEZERS
‘Wat een heeeeerlijk boek! Je krijgt toch direct zin om die wandeling te gaan doen.’ JR, lezer te Amsterdam.
‘Ik lees De rivier der vergetelheid. Als lezer ga je dan verlangen naar wandelschoenen, rugzak en op pad.’ J’tM, lezer te Onderdendam (G).
‘Perfect vertaald’. LB lezer te Amsterdam, opgetekend van een vriendin/vertaler.
FRAGMENT
Landschap is geheugen. Het landschap bewaart onbeperkt de sporen van het verleden, brengt herinneringen tot leven, doet schimmen uit het verleden herleven die alleen nog bestaan in het geheugen van de reiziger of van degene die eenvoudig trouw blijft aan dit landschap.
Voor de romantische mens is het landschap bovendien de belangrijkste bron van melancholie. Als symbool van de genadeloze vergankelijkheid van de tijd en het leven – het landschap is eeuwig en overleeft bijna altijd degene die ernaar kijkt – laat het ook dat uiteindelijke scenario zien waarin achteruitgang en onzekerheid langzaam maar zeker het geheugen vernietigen van de reiziger – de mens, kortom – die al heel lang weet dat de weg die hij aflegt nergens toe leidt. Voor de romantische mens is het niet de blik die aangetast wordt door het landschap; het is het landschap dat uiteindelijk verandert in een aandoening van hart en ziel.
In deze overtuiging- en met de vage intuïtie dat het landschap en het geheugen in sommige gevallen hetzelfde zijn – ging ik op een dag in de zomer van 1981op pad om te voet de rivier af te lopen waaraan ik in mijn jeugd alle zomers doorbracht, van haar dood tot aan haar geboorte, en in welks water ik voor het eerst de schimmen weerspiegeld zag van walnotenbomen en vergetelheid. Gedurende de vele jaren dat ik nauwelijks terugkeerde naar haar oevers en me haar alleen herinnerde van foto’s, bleef de Curueño – de legendarische rivier van mijn jeugd, de eenzame en groene rivier die dwars door het hart van de bergen van Léon loopt en in zijn bestaan van amper veertig kilometer net zoveel dorpjes, herbergen en een complete cultuur aaneenrijgt – door dezelfde decors en landschappen van mijn jeugd lopen, maar ík was niet meer dezelfde. Het geheugen en de tijd, bedacht ik, hadden zich wederzijds in elkaar opgelost – zoals wanneer twee rivieren samenvloeien – en mijn herinneringen in spoken veranderd en nog een keer die oude klacht van de reiziger bevestigd dat het nergens toe dient om terug te keren naar de oorsprong omdat, ook al blijven de landschappen onveranderlijk, de waarneming zich nooit herhaalt.
Het schrift van deze reis bleef een tijd liggen totdat ik op een goede dag, een paar jaar geleden, besloot het op te pakken en er een boek van te maken. Deze versie van de reis is dus niet alleen de herinnering aan het landschap – de landschappen – van de Curueño, maar ook een herinnering aan een landschap dat ik op een dag ging weerzien met het vermoeden te zijn teruggekeerd naar een onbekende rivier en wereld en een herinnering aan een reis die ik maakte met de groeiende overtuiging dat de meest onbekende tochten die zijn die ons het meest na aan het hart liggen.
DE REIZIGER
La Mata de la Bérbula, zomer 1989
Verschenen juni 2024



Beknopte biografie van Julio Llamazares
1955 geboren in Vegamián, een dorp in de provincie Léon dat in de jaren zestig in een stuwmeer ten onder ging.
1967 op kostschool in Madrid
1973 studie rechten.
1980 verschijnen twee poëziebundels, waaronder één met de prachtige titel: De traagheid van de ossen.
1985 Publicatie van de roman Wolvemaan. Over mannen die zich na de Burgeroorlog in de bergen van Léon schuilhouden voor de Guardia Civil van Franco.
1988 Publicatie van de roman De gele regen. het verhaal van een dorp dat door het wegtrekken van de mensen zijn laatste adem uitblaast in de persoon van de enige man die er nog woont.
1990 Publicatie De rivier der vergetelheid.
In deze periode is natuur steeds zeer nabij.
1990-2015 Llamazares publiceert gestaag door, onder andere twee boeken over alle kathedralen van Spanje.
2016 El viaje de Don Quijote. Verslag van een reis in de voetsporen van Don Quichot.
2020 Primavera extremeña. Tijdens de Covid-periode, waarin de Spanjaarden aan huis gekluisterd waren, verblijft Llamazares in de Extremadura. In dit – tot nog toe zijn laatste – boek doet Llamazares daar verslag van.
De rode draad in het werk van Julio Llamazares is de romantiek in de oorspronkelijke betekenis van het woord: de breuk tussen mens en natuur, het besef van het verlies van een gouden verleden, ingebeeld, omdat het nooit heeft bestaan. Het fundament ervan ligt in de verbondenheid van Llamazares met de landelijke streek in de provincie Léon waar hij geboren en getogen is.
De rivier der vergetelheid is een reisnovelle die in 1990 in boekvorm is verschenen op basis van de aantekeningen die de schrijver in 1981 tijdens zijn voettocht langs de rivier van zijn jeugd, de Curueño, maakte. Deze rivier ontspringt op een hoogte van bijna 2000 meter en voegt zich ruim veertig kilometer later bij de Porma na een tocht door diepe kloven en prachtige valleien. De schrijver maakt de voettocht stroomopwaarts ‘[…] langzaam terugreizend in tijd en herinnering. Op deze manier wordt de reis een zoektocht naar de menselijke drijfveren en, meer in het algemeen, naar de zin van het bestaan’, aldus Hub. Hermans, Bzzlltin, jaargang 22.